Digitale toegankelijkheid

'Besef dat er iets moet veranderen lijkt ingedaald' 

Zorgen over slechte digitale toegankelijkheid 

'Besef dat er iets moet veranderen lijkt ingedaald' 

Zorgen over slechte digitale toegankelijkheid 

Door Sjoerd Hartholt beeld Shutterstock 

Websites moeten goed toegankelijk zijn voor blinden – en slechtzienden. Jarenlang zijn overheden daar door organisaties vrijblijvend op gewezen, maar sinds 23 september 2020 is het een harde wet. Hoe ver zijn overheden inmiddels en wat zijn de laatste ontwikkelingen op dit gebied? AG Connect maakt de balans op. 

Digitale ontoegankelijkheid is eigenlijk een ‘stil probleem’ dat voor veel mensen niet gelijk opvalt, maar voor mensen met een beperking geeft het veel problemen. Neem bijvoorbeeld een website waar witte tekst op een lichtblauwe achtergrond wordt aangeboden: onleesbaar voor slechtzienden. Of wanneer een illustratieve grafiek geen tekstuele beschrijving bevat, waardoor hulpsoftware van een blinde persoon niets kan voorlezen. Video’s zonder ondertiteling zijn bijvoorbeeld ook een probleem voor iemand die doof of slechthorend is.   Zorgen over slechte digitale toegankelijkheid zijn niet nieuw; ze bestaan al jaren. De wet waarmee goede digitale toegankelijkheid wordt gewaarborgd, werd dan ook al in 2018 ingevoerd. Er werd zo overheden nog even tijd gegund om op tijd aan de eisen voldoen, want er gaat een hoop werk aan vooraf. Nu blijkt dat met die twee jaar schrikbarend weinig is gedaan.  Rondom de invoering van de wet voor digitale toegankelijkheid in afgelopen september, hebben experts meerdere onderzoeken naar buiten gebracht waaruit blijkt dat overheden zich massaal niet aan de geldende wet houden. AG Connect maakte hierover met toegankelijkheidsexpert Jules Ernst in juli de balans op bij de verschillende gemeenten. Het leek toen al onwaarschijnlijk dat websites op tijd klaar zouden zijn.  “Er is de afgelopen tien jaar heel sterk gehamerd op het toegankelijker worden. Er wordt veel meer aan gedaan door gemeenten. Het gros heeft dan ook een verklaring op hun website netjes ingevuld; 278 gemeenten in totaal”, zo vertelt Ernst enkele maanden voor de wet van kracht werd. Maar er gold wel een disclaimer. “Vanaf 23 september tellen alleen nog de verklaringen die door de daartoe bevoegde personen zijn afgegeven. Ik denk dat er vanaf die datum nog maar weinig gemeenten over zijn met een geldige toegankelijkheidsverklaring.” 

'Het taalmodel van Scriptix kan politiek jargon ontcijferen, accenten van politici herkennen en omzetten in tekst, met naar eigen zeggen betere foutmarges dan Google en Microsoft' 

Overheidswebsites voldoen niet 

Dat bleek. Op 23 september 2020 werd duidelijk dat gemeenten niet op tijd klaar waren. Uit een onderzoek van DigitaalToegankelijk onder 926 websites blijkt dat bijna driekwart niet aan de eisen voldoet. Onderzoekers van Digimonitor.nl gingen nog uitgebreider aan de slag. Op basis van hun analyse van 7.000 overheidswebsites blijkt dat slechts 1% aantoonbaar goed toegankelijk is voor mensen met een beperking. Een gedeelte ervan, zo’n 7%, voldoet gedeeltelijk. Zo’n 14% heeft de eerste maatregelen genomen. Voor 6% geldt dat er niet wordt voldaan en maar liefst 72% geeft helemaal geen informatie over digitale toegankelijkheid.  De Nationale ombudsman constateerde het probleem al eerder. Hij stipte begin 2020 de ontwikkeling van digitale formulieren aan, waarmee burgers online iets kunnen aanvragen of hun gegevens kunnen doorgeven. De formulieren die aan de eisen voor toegankelijkheid voldoen, zijn niet altijd gebruiksvriendelijk, zo luidt een van de waarschuwingen. De klachten daarover stroomden in 2019 binnen. Daarnaast werd afgelopen zomer in het ambtenarenpanel onder 530 overheidsmedewerkers ook duidelijk dat ambtenaren niet goed op de hoogte zijn van de digitale toegankelijkheid van websites. Het onderwerp stond echter al wel op de agenda: zo'n 63% is met het onderwerp bezig en 90% stelt dat werkgevers moeite doen om hun eigen websites toegankelijker te maken. Bijna driekwart meldt dat er onder meer formulieren begrijpelijker worden gemaakt. Bij 30% is er een loket ingericht om digitale informatie begrijpelijker te maken.  

Besef is ingedaald 

Daarmee lijkt er, ondanks dat overheden nog niet aan de eisen voldoen, bij organisaties toch een besef te zijn ingedaald dat er gewerkt moet worden aan een betere digitale toegankelijkheid. Veel overheden hebben inmiddels adviseurs ingeschakeld, maar er zijn ook ondernemers die handig op de ontwikkeling inspringen. En dat levert nieuwe producten op, die werken met artificial intelligence. Zo heeft het bedrijf Scriptix besloten om onlinevideocontent voor doven en slechthorenden in Nederland beschikbaar te maken via een speciaal taalmodel, dat is ontwikkeld op basis van artificial intelligence met duizenden uren spraakopnames. Het model kan politiek jargon ontcijferen, accenten van politici herkennen en omzetten in tekst, met naar eigen zeggen betere foutmarges dan Google en Microsoft. Zo’n 13 gemeenten zijn er in 2020 mee aan de slag gegaan, waaronder de gemeente Den Haag. 

Wetgeving zorgt voor innovatie   

De wet lijkt een slinger te geven aan digitale innovatie. De website FrankWatching meldt dat digitale toegankelijkheid een ‘big business’-trend wordt in 2020. Want niet alleen automatische vertaling maakt informatie toegankelijker, ook spraakbesturing kan bijvoorbeeld helpen. "Siri en Alexa zijn er niet alleen om semigrappige dingen tegen te zeggen of om Google Maps te openen als je handschoenen aan hebt. De ontwikkeling van de voicetechniek is een enorm belangrijk onderdeel van het toegankelijk maken van de digitale wereld”, zo meldt de website. Op basis van onderzoek van ComScore voorspelt FrankWatchting dat in 2020 de helft van de zoekopdrachten met voice wordt uitgevoerd. Op dit moment gebruikt ruim 41% van alle volwassenen al minimaal een keer per dag een spraakbesturingsfeature. Daarbij geldt: hoe meer mensen van deze systemen gebruikmaken, hoe bruikbaarder en slimmer de informatie wordt. Voor mensen met een beperking geldt dat zij niet altijd gebruik kunnen maken van een muis, toetsenbord of smartphone. Met spraakbesturing kunnen zij uiteindelijk eenvoudiger gebruikmaken van computers.