Pure Storage
Covid biedt overheden een kans om te innoveren
‘Never waste a good crisis’
De infrastructuren van de meeste overheidsinstellingen waren niet voorbereid op COVID-19. Dat blijkt uit onderzoek van Avenue Insight in opdracht van Pure Storage. 44% van de ondervraagde IT-leiders geeft aan dat belemmeringen voor het digitaliseren van diensten voor burgers en het automatiseren van processen op dit moment investeringen in de data-infrastructuur zijn. ‘Veel organisaties hebben het al tijden over kostenbesparing en digitale transformatie. Maar nu pas staat de druk er echt op. Dat heeft covid gedaan voor IT-infrastructuren’, zegt Theo van Teylingen, managing director Nederland bij Pure Storage.
Theo van Teylingen, managing director Nederland bij Pure Storage
‘Heel veel infrastructuren waren niet voorbereid op het massale thuiswerken. Hierdoor is er bewustzijn gekomen dat het roer drastisch om moet. Ziekenhuizen en scholen stonden onder druk en slechts 8% van de Nederlandse IT-leiders zei hierop voorbereid te zijn. Voor 73% was het een stressvolle ervaring’, aldus Van Teylingen. Hij vergelijkt de situatie met een kikker die wordt gekookt. ‘Als je het water langzaam opwarmt, past de kikker zich daarop aan. Op een bepaald moment en ongemerkt kookt het water met de kikker erin. Als je een kikker echter in kokend water gooit, dan springt hij er direct uit. De IT besluitvorming over de afgelopen decennia lijken op langzame opwarming. Covid is de kokende pan, die ons dwingt om oude patronen te doorbreken. Wat het probleem is met de huidige overheidsinfrastructuren? De kosten stijgen exponentieel, de beschikbaarheid loopt terug en er is geen flexibiliteit.’
Innoveren
Dit is terug te herleiden naar de jaren negentig van de afgelopen eeuw. Van Teylingen: ‘Infrastructuren werden toen gebouwd en ontwikkeld voor applicaties. Daardoor had elke applicatie haar eigen infrastructuur. Dat is zo gegroeid. Maar door digitalisering en doordat data steeds belangrijker worden, komen deze infrastructuren in de problemen. Deze zijn niet gebouwd om data centraal te stellen of snel van applicatie te wisselen. Ook zijn zij niet geschikt voor applicaties die zijn gebouwd voor de cloud. En daar zit het probleem: Als je niet meeverandert, de trends en ontwikkelingen niet volgt, kun je ook niet innoveren.’ Een verklaarbare belemmering voor de overheid om vol in te zetten op innovatie is volgens Van Teylingen de publieke verantwoording. ‘Er is een grote mate van governance omdat er, volgens de richtlijnen, zoveel mogelijk een gelijk speelveld voor leveranciers moet worden gecreëerd. Daarnaast hebben bepaalde grote innovatieve projecten in het verleden niet altijd even goed uitgepakt. De andere kant van het verhaal is dat de overheid geen winstbejag heeft en ten dienste van de burger werkt. Het is de taak van de overheid om de maatschappij gezond te houden. Dus er is wel degelijk behoefte aan innovatie.’ Volgens hem ligt het deels aan de kaders die worden gesteld bij aanbestedingen. ‘Elke vier jaar wordt de hele infrastructuur opnieuw ingericht. Dit is een gangbaar proces, echter in vier jaar verandert er veel in de wereld en zeker binnen de IT. Door Europese wetgeving worden tenders uitgeschreven waarbij kosten vaak de motivatie vormen voor de keuze. Door de tenderstructuur is de overheid gebonden aan frameworks. Daardoor zoeken zij naar het gewogen gemiddelde en dat is vrijwel altijd legacy traditionele-infrastructuur. Nieuwe infrastructuur moet hetzelfde zijn als de voorgaande, anders is het niet met elkaar te vergelijken’, legt Van Teylingen uit.
Pure as a Service
Pure Storage biedt via een pay-per-user-model dezelfde mogelijkheden als in de cloud, maar dan in een eigen datacenter. Dit abonnementsgebaseerde consumptiemodel noemt de leverancier Pure as-a-Service. Dit is voor overheden interessant, omdat juist voor de overheid niet alles te outsourcen is. Een abonnementsvorm in een eigen datacenter kan wel. Klanten betalen een prijs per gebruikte gigabyte per maand voor managed services. De cloud & een datacenter ineen dus, met één contract waarbij de hele infrastructuur is af te nemen.
Datacentriciteit
Volgens hem zit hem daar ook precies de crux. ‘Als je blijft doen wat je altijd deed, gaat er niets veranderen. Veel patches en silo’s maken een omgeving complex en moeilijk te managen. Daar zit iets fundamenteel verkeerd. Zeker als je ook AI en machine learning wilt inzetten, dan is het des te belangrijker om data centraal te stellen. Wij bouwen een platform dat continu meebeweegt. Dat is voor de cloud heel gewoon, maar voor een datacenter niet. Datacentriciteit is nodig om een toekomstbestendige infrastructuur te hebben. Hoe aanbestedingen dan wel ingezet zouden moeten worden? Er zou uitvraag moeten worden gedaan bij verschillende leveranciers op basis van de functionele doelstellingen die je als overheid wilt bereiken. Welke partijen kunnen dit? En daar kan dan invulling aan worden gegeven.’ Daarom ziet hij covid als een belangrijke kans. ‘Never waste a good crisis. Dit is bij uitstek de gelegenheid om het anders te doen. Er is bewustzijn én momentum. Waar liep het op vast? 44% van de ondervraagden geeft aan dat de data en infrastructuur het probleem vormden. Als een platform, wat niet flexibel is, opeens duizenden verschillende toepassingen moet draaien in de cloud, gaat het mis. Iedereen moest thuiswerken. Als er dan een VDI-omgeving draait die erop ingesteld is dat 8% van de medewerkers thuiswerkt, dan is er infrastructuur nodig die direct kan opschalen naar 100% thuiswerken. Snelheid en de uitwisselbaarheid van data en platformen mogen nooit een compromis zijn. Je moet compromisloos van de infrastructuur gebruik kunnen maken.’