Interview

CIO Rijk Lourens Visser flink getest in zijn eerste jaar 

Ambitie om de kosten voor ICT goed in beeld te brengen  

CIO Rijk Lourens Visser flink getest in zijn eerste jaar 

Ambitie om de kosten voor ICT goed in beeld te brengen  

door Sjoerd Hartholt beeld ANP / Ministerie van BZK 

Met onder meer een Citrix-affaire en een lockdown kon Lourens Visser in zijn eerste maanden als CIO Rijk behoorlijk aan de bak. Inmiddels zit zijn eerste jaar erop. De komende tijd wil hij als bestuurder ambities waarmaken, zo vertelt hij aan AG Connect.   

Een jaar geleden volgde u Hans Wanders op als CIO Rijk. Een voor de buitenwereld nogal onrustige functie met veel wisselingen. Lang getwijfeld? 

“Ik heb zeker wel even moeten nadenken. De functie was mij niet onbekend, omdat ik eerder CIO bij de Dienst Justitiële Inrichtingen [DJI, red.] was en ook deel uitmaakte van het CIO-beraad en met de CIO Rijk in overleg zat. Maar inderdaad, om de functie hangt geen heel positief aura. Dat heeft ook te maken met de beschikbare middelen en de effectiviteit. Mijn voorganger stapte inderdaad vrij plotseling op. Er waren daarnaast ook nog ontwikkelingen rondom het BIT [Bureau ICT-toetsing, red.], dat nu een permanent, onafhankelijk adviescollege wordt. Ik heb wel even moeten nadenken: wil ik dit wel en kan ik ook succesvol zijn?” 

"Het is bijvoorbeeld lastig om te beantwoorden hoeveel ICT’ers er nu voor het Rijk werken, omdat niet iedere werknemer in de P-systemen zo wordt aangemerkt" 

Toch raakte u overtuigd.

“Ja. Er zijn voordat ik begon diverse interim-bestuurders aan het roer geweest. Er was dus behoefte aan stabiliteit. En de bereidheid tot samenwerking tussen de verschillende CIO’s bleek erg groot. Ik heb als CIO Rijk een duidelijke visie over waar we naartoe moeten en hoe we dat kunnen bereiken, maar daarbij moet ik wel geëquipeerd worden. Dan is die samenwerking en verbinding binnen het Rijk hard nodig.” 

U had natuurlijk al een hoop ervaring als CIO bij de DJI. Welke ervaring hielp u het afgelopen jaar het meest? 

“Ik denk de les dat informatievoorziening in het hart van het beleid moet liggen. Er zijn verschillende typen CIO’s bij de Rijksoverheid. Sommigen gaan als een soort senior adviseurs te werk. Ze beoordelen projecten en hebben een controlerende, beleidsmatige taak. De CIO die ik vooral ken, heeft een fors budget, stuurt een IT-bedrijf aan en beheert een dienstenportfolio met projecten. Bij de DJI leerde ik dat het belangrijk is dat de CIO niet alleen als adviseur ‘ernaast’ staat, maar ook een goede plek krijgt. We werken daarom aan een nieuw stelsel voor CIO’s binnen het Rijk, waarin CIO’s meer bevoegdheden krijgen. We willen dat de doorzettingskracht voor CIO’s groter wordt, naast een rol als adviseur.”  

Die nodige samenwerking waar u net over vertelde, die is er nu wel? 

“Door de Citrix-kwestie heeft dat echt een stimulans gekregen. Binnen het Rijk trokken we daarin op met onder meer het CIO-beraad, de departementen en de uitvoeringsorganisaties. Er was ook overleg met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, de politie en de rechtspraak. We kregen daardoor snel een goed beeld. Via informele lijnen zoals appgroepen waarin je op korte termijn een conferencecall kunt afspreken, was snel handelen met goede maatregelen mogelijk. Het effect van het lek is daardoor zeer beperkt gebleven.” 

Dat massale thuiswerken heeft natuurlijk ook gevolgen. Is er daardoor veel veranderd op de werkvloer? 

"We waren hier eigenlijk al een tijdje mee bezig, via een SMART-buildingprogramma, waarbij we ons kantoorbestand onder de loep nemen. De 200 kantoren krijgen daarmee een andere functie. Ze worden meer ontmoetingsruimtes in plaats van werkplekruimtes. De komende jaren gaan we mogelijk naar minder werkvloer. Daar worden nu businesscases voor ontwikkeld. Er is ook een belangrijke ICT-component met hybride vergaderen. Dit maken we mogelijk in iedere vergaderruimte."  

Lourens Visser (2e links, CIO Rijk) en Hans de Vries (2e rechts, directeur Nationaal Cyber Security Centrum) tijdens de technische briefing in de Tweede Kamer in januari van dit jaar.

U hebt het qua crises flink voor uw kiezen gehad. Is dat uiteindelijk een voordeel? 

“Dat denk ik wel. Never waste a good crisis. Ook over mijn eigen rol weet ik nu meer, bijvoorbeeld in hoeverre ik zelf kan coördineren en wat in overleg gaat met de staatssecretaris. Ik ben een voorstander van duidelijke grenzen. Iedereen heeft een rol, maar ik vind dat we onszelf tekortdoen als we allemaal zelf het wiel gaan uitvinden."   

Wat valt u tegen in uw nieuwe rol? 

“Toch de stroperigheid van de besluitvorming; een bekend bureaucratisch fenomeen. Alles moeten afstemmen. Bij de DJI werkte ik bij een agentschap met mandaat. Ik kon mijn eigen strategie en projectportfolio beheren. Nu is er veel meer een beleidsmatige kant waarin ik werk, met een strategie voor alle voorzieningen binnen het Rijk, zoals de Rijkspas, Identity & Access Management en Single Sign On. We hebben het Rijks ICT-dashboard, maar daar zou veel meer op moeten staan dan alleen de projecten. Ook is er veel afstemming tussen departementen nodig voor we ergens mee kunnen beginnen.” 

Wat is uw grootste ambitie voor de komende jaren?

"Wat mij betreft is dat vooral het goed in beeld brengen van de kosten voor ICT. Onze processen en rapportages zijn daar nu niet goed genoeg voor ingericht. Het is bijvoorbeeld lastig om te beantwoorden hoeveel ICT’ers er nu voor het Rijk werken, omdat niet iedere werknemer in de P-systemen zo wordt aangemerkt. We maken nu steeds meer de slag naar agile werken en DevOps. Technologie die echt verouderd is moet worden uitgefaseerd. De wereld maakt stappen en wij moeten daarin mee.”